- Home
- Inspiratie
- Kom van Die Apenrots!
Kom van die apenrots!
Afbeelding
Onze wereld is in de war. Ontgroei en feministische perspectieven wijzen de weg uit die chaos.
Probleem is alleen dat hun geluid verstomt bij het geroffel op de borst van populistische macho’s, die pleiten voor een nationalistisch conservatisme. Zij appelleren aan de existentiële angsten die door decennialang kapitalistisch beleid zijn ingesleten. Met beloftes van een paradijselijke toekomst voor het ‘eigen volk’.
Een van de ‘aantrekkelijkste’ argumenten van deze macho’s is het beroep op de natuurlijke hiërarchie: een binaire, patriarchale samenleving. Alleen een krachtige, mannelijke leider kan dit paradijs fixen.
Maar zo natuurlijk is die patriarchale samenleving helemaal niet. Het is niet meer dan ‘ook maar een mening’, die door tal van alternatieven ontkracht wordt. Zowel uit de dierenwereld als bij niet-westerse culturen. Hieronder vind je een willekeurige greep daaruit.
De zwarte weduwe
Voordat ik inzoom op menselijk gedrag, neem ik je mee in een breder biologisch uitstapje. Homo Sapiens heeft zich tot de dominante diersoort weten te ontwikkelen. Dat leidde tot een zelfperceptie, waarin de arrogant geworden mens overtuigd raakte van zijn unieke positie binnen De Schepping.
Inmiddels weten we best dat onze soort niet meer is dan een van de ontelbare evolutionaire taxonomische vertakkingen. Wij behoren tot het Dierenrijk.
Binnen dat Dierenrijk vinden we allerlei interessante samenlevingsvormen die afwijken van het ‘natuurlijke’ patriarchaat. Dat varieert van soorten die hun reproductie met parthenogenese (‘maagdelijke voortplanting’ waarbij geen mannelijk zaad te pas komt; een voorbeeld hiervan zijn wandelende takken), via het beperken tot een eenmalige seksuele ontmoeting, tot langdurige monogame relaties.
Vaak is de zorg voor het nageslacht minimaal. Zo strooit het vrouwtje van de hageheld haar eitjes achteloos in haar vlucht uit. Bevers daarentegen zijn zorgzame dieren. Zij kiezen een partner voor het leven en zorgen samen voor hun kinderen tot ze twee tot drie jaar oud zijn. Sterker nog: de jongen van vorig jaar helpen mee met de verzorging van hun pasgeboren broers en zussen.
Soms krijgen mannetjes niet eens de kans om een rol in het leven van hun nageslacht te spelen. Zij worden na het doneren van hun zaad opgepeuzeld door het vrouwtje. Deze vorm van seksueel kannibalisme vind je bijvoorbeeld bij de bidsprinkhaan en de zwarte weduwe. Dat is overigens wel degelijk functioneel in de reproductie van de soort: de voedingsstoffen in het lijf van de vader komen in de eitjes terecht.
Wie denkt dat er in het hele Dierenrijk enkel binaire genders bestaan, heeft het bij het foute eind. Een aantal wandelende takken heeft wel mannetjes én vrouwtjes, maar bij hen kan een vrouwtje zowel voor maagdelijke als geslachtelijke voortplanting zorgen. Maar er zijn ook soorten die niet eens mannetjes hebben, zoals de Gallische wandelende tak.
En wat dacht je van de honingbij? Die kennen maar liefst drie verschillende vormen: de mannelijke darren, de vrouwelijke werksters en de koninginnen. Het verschil tussen die twee laatste ontstaat door een epigenetische ‘switch’ in de larvale fase. En elk van die drie verschijningsvormen heeft een eigen, compleet afwijkende, rol in het voortbestaan van de soort. Die van de darren blijft beperkt tot zaaddonor.
Het is weliswaar redelijk algemeen, maar zeker geen wetmatigheid dat diersoorten (uitsluitend) mannelijke en vrouwelijke individuen hebben.
Een blik op het Dierenrijk maakt duidelijk dat diversiteit in seksuele oriëntatie niet alleen is voorbehouden aan mensen. Zo komt homoseksueel gedrag onder dieren wijdverspreid voor. Het is vastgesteld voor minstens 1500 soorten, van spinnen tot aan vissen, vogels en zoogdieren.
Ook interseksualiteit (mensen met een lichaam dat zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken heeft - in Nederland vastgesteld bij 0,3% van de bevolking) kent volop parallellen in de dierenwereld. Daar heet het gynandromorfisme. Je ziet het er vaak niet ‘aan de buitenkant’ vanaf. Dat is wel het geval bij bilateraal gynandromofisme van soorten waarbij de mannetjes en vrouwtjes er heel anders uitzien, zoals bij het icarusblauwtje hieronder (illustratie uit het Handboek voor vlinderfans, ©Jasper de Ruiter).
Een veelheid aan sociale structuren
De dominantie van Homo sapiens kwam tot stand door het sterk ontwikkelde menselijk vermogen tot samenwerking.
Er lijkt een consensus te bestaan dat de mensheid zich dankzij dat talent in een lineaire richting ontwikkelde naar de huidige wereldorde. Na de jagers-verzamelaars, kwamen achtereenvolgens de boeren, stadstaten, wereldrijken en industrialisering (lees bijvoorbeeld Yuval Noah Harari’s veelgeprezen boek Sapiens). Heerlijk overzichtelijk, logisch en ogenschijnlijk onvermijdelijk.
Maar zoals zo vaak is de realiteit veel complexer. David Graeber en David Wengrow weerleggen deze theorie in hun lijvige boek Het begin van alles; Een nieuwe geschiedenis van de mensheid (2021). Zij baseren zich op talloze van elkaar losstaande antropologische en archeologische studies, die elk voor zich laten zien dat de ontwikkeling van de mensheid veel pluriformer was dan in het gangbare plaatje wordt geschetst. Door al die onderzoeken met elkaar in verband te brengen, doemt een heel ander beeld op.
Homo sapiens evolueerde tot een grote diversiteit aan culturen. Soms bloeiden ze op tot grote hoogte, om vervolgens ogenschijnlijk te imploderen. Elke cultuur had/heeft een eigen sociale organisatie; met een eigen rolverdeling voor de verschillende individuen. De essentie van zo’n rolverdeling is dat het een verbindende factor is om de sociale clan bijeen te houden.
In de regel uit zich dat in hiërarchische verhoudingen. Volledig egalitaire maatschappijen kom je voor zover ik kan overzien nergens tegen. Maar Graeber & Wengrow (p. 98-118) bespreken wel een paar opmerkelijke hybride volken.
Met het wisselen van de seizoenen stappen de Nambikwara over van het ene naar het andere, compleet verschillende sociale en ethische systeem. Tijdens het droge seizoen trekken ze in kleine nomadische groepen door de Braziliaanse savanne. In de regentijd zoeken ze elkaar op en bouwen een dorp met een paar honderd mensen, waar ze landbouw en visserij te bedrijven. In de nomadische maanden worden ze geleid door een chief, die op vaak autoritaire wijze de keuzes van de groep bepaalt. Het regenseizoen is een periode van overvloed. Dat maakt het leven een stuk relaxter. De chiefs nemen dan een dienende, zorgzame rol aan. Besluiten worden in gemeenschappelijk overleg genomen.
Ook de Noord-Amerikaanse Crow, Cheyenne en Lakota kenden seizoensgebonden variaties in hun sociale organisatie. Tijdens het (voor het voortbestaan van de stam cruciale) jachtseizoen op de bizons kreeg een groep krijgers de ultieme macht over alle jagers. Zij bepaalden als een dictatoriale politiemacht de regels. Na het jachtseizoen eindigde hun macht en viel het jachtgezelschap uiteen in kleine groepen. Bij het volgende jachtseizoen werd de politietaak volgens een rotatiesysteem toegewezen aan een andere clan.
Deze voorbeelden laten zien dat er zelfs binnen één cultuur verschillende sociale structuren voor kunnen komen. Vaak is er sprake van mannelijke dominantie, maar het daar bijna standaard aan gerelateerde patriarchaat is zeker geen universele wetmatigheid. De sociale en ethische organisatie in culturen kent veel verschillende verschijningsvormen.
In matriarchale samenlevingen zijn het juist de vrouwen die een dominante positie innemen. je vindt het bijvoorbeeld bij de Mosuo in China, de Minangkabau op Sumatra en op het eiland Mayotte. Die laatste twee zijn hoofdzakelijk islamitische samenlevingen, waar de rechtspositie van vrouwen weliswaar inferieur is aan die van mannen, maar die matrilineair is ingericht: de vrouw bezit het land en de man is de vreemdeling in huis.
Zuiver matriarchale samenlevingen bestaan niet. Net zo min als strikt patriarchale trouwens. Overal hebben vrouwen invloed op veel essentiële zaken. Zo zaten de vrouwen van de Iroquois in de raden waar besluiten over oorlog en vrede genomen werden, en maakten ze deel uit van de delegaties die met koloniale machthebbers overlegden. En in het (matrilineaire) Trobiand volk van de Kiriwina archipel controleren de vrouwen het land en de hulpbronnen. En in de partnerkeuze zijn de vrouwen even assertief als de mannen.
Waar onder invloed van het feminisme in met name westerse samenlevingen een geleidelijke verschuiving richting egalitaire verhoudingen plaatsvindt, is er elders sprake van een groeiende mannelijke dominantie. Zo lag de politieke macht bij de Mosuo in het verleden volledig bij de vrouwen, maar worden de politieke posities tegenwoordig vooral door mannen ingenomen.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat in die tendens religie (en dan met name het christendom en de islam, waar de dominantie van de man gepropageerd wordt) een belangrijke rol speelt.
Er zijn ook culturen waarin het bestaan van meer genderidentiteiten dan de ‘traditionele’ (mannelijk en vrouwelijk) erkend worden.
Van oudsher erkent het Joodse geloof zes verschillende vormen van gender. Er wordt honderden malen in de Talmoed, Misjna en oude Joodse wetten aan gerefereerd. De Bugis op Zuid-Sulawesi kennen vijf verschillende genders. Andere culturen gaan uit van een ‘derde geslacht’, zoals de Zuid-Aziatische Hijra, de Muxes van de Mexicaanse Zapoteken, de Mahu op Hawaiï of de fa'afafine op Samoa. Ook veel inheemse volken in Noord-Amerika kennen een vorm van ‘two-spirits’.
En dan is er ook nog de nieuwe westerse ‘cultuur’ van Facebook. Daar krijgen gebruikers sinds 2014 een veelvoud van genders om zich mee te identificeren aangeboden. Aanvankelijk waren dat er 58, en de lijst is inmiddels gegroeid naar 71.
Van oudsher worden in veel van deze culturen mensen met een niet-binair gender niet alleen met respect behandeld, maar krijgen/kregen ze zelfs belangrijke, ceremoniële rollen binnen hun maatschappij. Zo worden/werden de (androgyne of intersekse) Bissu bij de Bugis en de Hijra beschouwd als sjamanen.
Maar die speciale statussen staan onder druk. De alom overheersende Islam op Sulawesi wijst deze oude Bugis-cultuur (en met name de Bissu) af. En ook de Hijra worden steeds vaker slachtoffer van geweld en discriminatie.
Gender bepaalt overigens niet in alle culturen de rolverdeling. De sociale organisatie bij de oorspronkelijke Yoruba uit West-Afrika werd bepaald door de relatieve leeftijd. De begrippen man’ en ‘vrouw’ waren bij hen niet echt relevant. Andere kwaliteiten krijgen meer gewicht in de sociale verhoudingen.
Dit alles overziend, krijg je misschien de neiging om de ‘vanzelfsprekende’ dominantie van het patriarchaat te relativeren. Zo is het bovenstaande ook bedoeld, maar dat neemt niet weg dat de realiteit is dat onze wereld grotendeels door mannen geregeerd wordt. En wel op een manier die ontwrichtend werkt en vooralsnog weinig goeds voor de toekomst voorspelt.
Vrouwen aan de macht?
Hoe zou de wereld eruitzien als de rol van mannen gedecimeerd wordt? Bijvoorbeeld met meer vrouwen aan de macht.
Dat is niet per definitie een garantie voor een transitie naar een betere (ontgroeide) wereld. Margareth Thatcher is een van de grondleggers van het neoliberalisme dat ons in de houdgreep heeft. Ook andere vrouwen die zich een plek achter het stuur verworven hebben, lukte dat enkel door trouw aan het kapitalistische geloof te zweren.
Ook dat is geen wet van Meden of Perzen. Er zijn echt wel vrouwen aan de top die zich inzetten voor een rechtvaardiger wereld. Denk aan de Ierse oud-president Mary Robinson, de Nieuw-Zeelandse oud-premier Jacinda Ardern en de Iraanse oud-rechter, mensenrechtenvoorvechtster en Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi.
Staren we ons misschien te veel blind op de tegenstelling man-vrouw? Frank Meester pleit er in zijn boek Feminisme voor mannen en andere wezens (p. 84 vlg) voor om autoritaire c.q. sociale eigenschappen los te koppelen van het etiket ‘man’ respectievelijk ‘vrouw’. Net zo goed als vrouwen (deels) hard, rationeel en competitief kunnen zijn, hebben ook mannen het vermogen om (deels) zacht, emotioneel en verbindend te zijn.
Als het aankomt op de keus tussen een wereld waarin eigenbelang of algemeen belang de samenleving beheerst, weet ik wel waar ik voor kies.
Let’s make some noise!
Vol verbijstering zag ik vorige maand hoe ‘het’ Amerikaanse volk een slimme, multiculturele vrouw afwees als zijn volgende president, ten faveure van de grootste aap op de apenrots. Een narcist die zich met grootspraak en zwendel naar de top van de macht wist te bluffen. Iemand die met leugens en populistische beloftes het electoraat wist te overtuigen dat hij hun land tot het nieuwe paradijs zou omtoveren.
Ik snap nog steeds niet hoe mensen zich aangetrokken voelen door het rechtspopulisme (en dat geldt zeker niet alleen voor Amerikaanse kiezers), terwijl de meest kwetsbaren onder hen tegelijk met de andere slachtoffers van deze ideologie gemangeld zullen worden. Zij vallen ten prooi aan de gezaaide angst, verdeeldheid en chaos.
De dierenwereld (denk aan de complexe samenwerking binnen de kolonies van honingbijen en mieren) en inheemse volken laten zien dat we het ook anders kunnen organiseren. Hun harmonie en respect voor hun omgeving vormen een lonkend alternatief voor de doorgeslagen ontwikkeling van de kapitalistische westerse mens.
Het is tijd voor een krachtig tegengeluid om het geroffel op de apenrots te overstemmen.
Daarvoor hebben we echt geen eigen apenrots nodig.
Let’s make some noise!
Make love, not war!
Gerard Sonnemans, een oude hippie
Deze blog maakt onderdeel uit van onze thematische nieuwsbrief over feminisme en ontgroei.